Handicaphuis

Tegenwoordig liggen veel zaken al snel erg gevoelig. Heb je door je onvoorzichtige woorden een groep(je) mensen beledigd en zijn de poppen aan het dansen. Er ontstaat een flinke maatschappelijke discussie en/of een nieuwe actiegroep die de barricaden opgaat.

Ook op een golfclub zouden we wat meer op onze woorden moeten letten. Want daar lopen net zo goed gevoelige zieltjes rond waar we niet op willen trappen. Zeggen we niet soms wat laatdunkend: “Da’s een hele hoge handicapper”. Of: “Nee zeg, ik wil niet met die lage handicapper spelen, dat is niks voor mij”. We wijzen nog net niet met ons vingertje, maar dit is toch wel een beetje vooringenomen of zelfs discriminerend. Doen we niet meer!

We willen natuurlijk niemand voor het hoofd stoten, dus introduceer ik hierbij een nieuwe handicapterminologie, die wat soepeler binnenkomt. Aangezien Engelse woorden inmiddels heel gemakkelijk in onze mooie Nederlandse taal zijn verweven, doen we dit dan in het Engels. Past prima bij al die andere Engelse golfwoorden en is ook erg trendy. Vanaf nu heet dit: House of Handicaps. Dat is dan gelijk aanleiding voor Netflix om daar een serie over te maken met vele seizoenen!

Dus weg met alle stigmas, we bouwen een nieuw handicaphuis en spreken in het vervolg niet meer over een hoge handicapper, maar een ‘penthouse handicapper’. Een lage/single handicapper duiden we aan met ‘basement handicapper’. En de grote groep daar tussenin noemen we ‘loft handicapper’. Klinkt toch allemaal veel lekkerder en is ècht minder aanstootgevend!

Dit staat toch als een huis, niet dan?!?

Dieren op onze baan: de aalscholver

U hebt hem vast wel eens langs de kant bij het water op Lynden 4 gezien met zijn gespreide vleugels: de aalscholver, ook wel scholver(d), schollevaar of waterraaf genoemd.

Deze opvallende watervogel is 80 tot 100 cm lang, heeft een vleugelspanwijdte van 121 tot 149 cm en een gehaakte snavel die hij goed kan gebruiken bij de visvangst. De aalscholver heeft zwemvliezen tussen de voortenen en kan dus zwemmen. Hij vangt vis door (diep) te duiken als een soort torpedo. Dat torpedo-achtige dankt hij aan zijn waterdoorlatende verenpak, dat minder vet is dan dat van andere vogels. Het heeft wel als nadeel dat water niet van hem afglijdt zoals van een eend, waardoor hij na het jagen zijn vleugels gespreid te drogen moet hangen.

De aalscholver lijkt zwart te zijn, maar feitelijk is zijn verenpak grotendeels diep bronsgroen. Omdat elk veertje van de bovenvleugels een zwart randje heeft oogt hij dus zwart. In het voorjaar kleurt hij op zijn mooist. De wangen en dijen hebben dan witte veren, de kruin en nek zijn van zilverwitte ‘manen’ voorzien en de keel kleurt geel. In de loop van het broedseizoen verdwijnen deze kleuren weer.

Deze vogel was in de vorige eeuw nog ernstig bedreigd en heeft een beschermde status. Maar intussen is de populatie vertwintigvoudigd tot twee miljoen. Aangezien elke vogel zo’n halve kilo vis per dag eet, kapen ze blijkbaar veel vis weg voor de neus van Europese vissers. Zodanig dat de EU Visserijcommissie onlangs heeft opgeroepen om de aalscholver van de lijst met beschermde vogels af te halen. Voer voor de nodige discussie hierover dus.