Makkelijkste versus moeilijkste holes

deel 2

Ofwel: komt de stroke-index overeen met de ervaringen van onze leden?

In de 2020 wintereditie van de MeerMARE was een enquête opgenomen waarin u kon aangeven wat voor u de makkelijkste en de moeilijkste holes van onze baan zijn. Op de vraag ‘wat doet het spelen van de makkelijkste/moeilijkste hole met u’, kregen we veel leuke en verschillende reacties. Een kleine bloemlezing hieronder:

  • Gewoon spelen, niet moeilijker of makkelijker maken dan het is.
  • Bij moeilijke holes veel ergernis.
  • Wisselend, de holes die ik het moeilijkst vind zie ik als een ‘gevecht’ tegen par, een uitdaging.
  • Moeilijkste hole vind ik extra leuk om te spelen.
  • Niet veel, aanpassen tactiek aan de hole en afstand.

Leeghwater

Stroke-index 1 is hole 5. De afstand van de gele tee is 396 meter en van de rode tee 333 meter. Dat zijn flinke afstanden voor een par 4 voor de gemiddelde speler. Op deze hole heb je vaak wind tegen, waardoor een mooie, lange bal slaan nog uitdagender wordt. Stroke-index 9 is hole 8. Een par 3 met relatief weinig gevaarlijke hindernissen in het spel. Omdat de teebox tussen de bomen ligt kan de wind nog wel verraderlijk zijn. In de onderstaande grafiek is te zien dat de stroke-index van hole 5 en hole 8 door velen wordt onderschreven. Maar ook hole 6 en 7 worden als ‘moeilijkst’ ervaren door een aantal van onze leden.

Lynden

Stroke-index 1 is hole 7. Ook hier geldt dat de hole vrij lang is met 386 meter van de gele en 321 meter van de rode tee. Naast lang, is de hole recht maar de green is lastig aan te spelen. Stroke-index 9 is hole 2. De relatief korte afstand van 250 meter van de gele en 212 meter van de rode tee zorgt ervoor dat de grote bunker geen groot obstakel hoeft te zijn. Ook hier komt de stroke-index overeen met de ervaringen van de leden. De eilandhole (hole 3) geeft ook wel wat druk bij het spelen. Holes 7 en 2 springen er duidelijk uit als respectievelijk moeilijkste en makkelijkste holes. Zie de grafiek.

Cruquius

Op Cruquius, door velen omschreven als ‘een makkelijke baan’, zien we een afwijkender beeld van de stroke-index. Hole 5 met stroke-index 1 wordt wel met stip als de moeilijkste hole ervaren door onze leden. De hole is relatief lang en er zit een lastige dogleg in met dreigend water aan de linkerkant. Hole 6 met stroke-index 9 wordt door minder leden als makkelijkste hole gezien. Dat is hole 9.

We kijken tijdens het spelen wel naar de stroke-index. Een klein aantal leden geeft aan dat het spelen van deze holes niets met ze doet, maar bij het merendeel van de leden heeft het absoluut invloed. Het maakt het soms makkelijker om op de moeilijke holes een hogere score te accepteren. Daarentegen hebben we op de makkelijkste holes weer hogere verwachtingen die niet altijd uit blijken te komen.

Op onze vraag aan Paul Hillen, deskundig op het gebied van courserating bij de NGF, hoe de stroke-index van een hole wordt bepaald legt hij ons de procedure uit.

De NGF bepaalt de course- en sloperating van de baan. Tijdens dat proces doen zij ook een voorstel voor de stroke-index van de individuele holes. Criteria per hole zijn onder andere: de lengte van de hole (voor +/- 75% bepalend), het landingsgebied, afstand van de bomen, water en bunkers op die hole. Maar ook de hoogte van de rough. Hoe ziet de fairway eruit? Is die hellend, vlak of geonduleerd? Hoe is de windfactor? 0, 1 of 2? Omtrek, vorm en snelheid van de green (de stimp), nabijheid van bunkers, water en ondulaties rond de green. Bijvoorbeeld: Noordwijk, Zandvoort en de Kennemer liggen aan zee waar de wind van grote invloed is. Een aantal holes daar heeft dus een hoge (2) windfactor.

De club kan zelf de stroke-index bepalen wanneer een meerderheid van hun ledenbestand daarvoor is. (Leidraad blijft het voorstel van de NGF). Bepaling kan worden gedaan door het organiseren van wedstrijden, waarbij per hole het aantal slagen van de leden wordt bijgehouden en wordt afgezet tegen verschillende handicap categorieën. Daar wordt een statistiek van gemaakt, waaruit dan uiteindelijk de moeilijkste en makkelijkste holes naar voren komen. De club kan op die manier eventueel zelf een index aanpassing van de holes maken.

Het komt voor dat clubs de moeilijkheidsgraad van hun holes herzien. Dit kan zijn door het aanbrengen van wijzigingen in de holes. Bijvoorbeeld: er is een tijd geweest dat op hole 2 Leeghwater de rough (links) op de bult ter hoogte van de bunker (rechts) zo breed was geworden dat het landingsgebied te smal was, waardoor de moeilijkheid van die hole groter werd. Door Greenkeeping is toen in samenspraak met de Baancommissie het maaiplan aangepast (landingsgebied weer breder gemaakt), waardoor de rating niet aangepast hoefde te worden. Een ander voorbeeld: de rough op de Cruquius is op een aantal holes voor velen (te) hoog, waardoor ballen moeilijker te vinden zijn en het ook lastig is ze eruit te slaan. Door de rough aan te passen – lager te maaien - wordt dit gemakkelijker en verhoogt het ook de doorlooptijd (minder zoeken). Tegelijkertijd wordt daarmee het parcours gemakkelijker, waardoor er een herkeuring (moeilijkheidsgraad/courserating) zou moeten plaatsvinden met als gevolg mogelijk minder slagen meekrijgen.

Op de vraag of Greenkeeping rekening houdt met de stroke-index antwoordt Nicky: jazeker. Denk aan de rough op en achter de bunker van hole 7 Cruquius (100 mtr voor de green). Tijdens de courserating was dat stuk relatief kaal. Later groeide er veel gras en onkruid, waardoor deze hole onterecht moeilijker werd. Ook dat is aangepakt en nu weer korter gemaaid.

Zo ook Leeghwater 5: het landingsgebied loopt van het midden af naar het water links met een redelijk smalle en lage rough, waardoor je je bal daar vaak ‘kwijtraakt’ in het water. Zou de rough hoger worden, kan de bal daarin blijven hangen en wordt de hole als geheel ‘makkelijker’. Dat correspondeert niet met de stroke-index 1 voor deze hole. De uitdaging is dan ook bij zo’n hole goed ‘course management’ toe te passen door bijvoorbeeld een houten 3 in plaats van de driver te pakken en zo de risico’s te ontwijken.

Met dank aan Paul en Nicky voor hun toelichting op de stroke-index en het in stand houden van de moeilijkheidsgraad van de holes. En passant hebben we ook nog een lesje course management gekregen!